Ontwikkelingstheorie in ontwikkeling

Uitgewerkt maandag 12 januari 2009

Startpunt: geen bewustzijn/oneindig bewustzijn
Eindpunt: oneindig bewustzijn/geen onbewustzijn
Binnen is buiten! Groter dan buiten, omdat buiten wordt waar we vandaan komen. Omgeving herhaalt zich in het proces van leven en dood.


Gisteren, 11 januari 2009, schreef ik deze krabbels op een kladje wat ik toch niet zomaar verloren wil laten gaan:


Zon = ster, wij zijn gemaakt van sterrenstof van een geëxplodeerde ster
Maan = planeet, die het dichtst bij de aarde staat en het licht van de zon weerspiegelt
Wij zijn stof van een eerder bestaande zon en worden verlicht en krijgen onze energie van de zon met behulp van zuurstof, eiwitrijk voedsel, DNA en mitochondriën (laatste noodzakelijke schakel in onze energie leverantie)
Verleden: zon splitst zich in materie, materie leeft dankzij de energie die vrijkomt uit zonne erupties
Toekomst: zonnestof wordt weer zon
Materie verlangt naar het energievol zijn en andersom voelt energie zich aangetrokken tot de beweging.

Teilhard de Chardin’s theorie over onze evolutionaire ontwikkeling is heel groot. De oerknal start hierbij in een gecomprimeerd punt van de zon, het sterrenstelsel breidt zichzelf steeds uit in een soort steeds breder wordende toeter. De beweging daarbinnen is wat Einstein een soort kromming van de tijd en ruimte noemde en is best wel divers, want er zijn meerdere sterren die planeten om zich heen hebben cirkelen. Wij horen bij het Melkwegstelsel en zijn geordend rondom de ster die wij zon noemen, ons zonnestelsel. De maan is ook een hemellichaam, maar omdat hij zo klein is (onze maan is nog vrij groot) wordt het aangeduid met maan. Teilhard duidt volgens mij op een steeds grotere spiraal en golfbeweging. Het doet me denken aan het YinYang teken en dat dit teken te beperkt is als model om de dynamiek van de ontwikkeling aan te geven. De golven van Yin naar Yang worden steeds groter neem ik aan. Als de spiraalvormige beweging dan weer overhelt naar Yin dan weer naar Yang zie ik hun vorm steeds uitgerekter worden. Daarom denk ik dat als een soort diabolo we op een gegeven moment weer naar binnen bewegen. Van stof materie worden en van materie weer stof. Dat op individueel gebied deze beweging te zien is in de geboorte en overlijden van het mens, maar ook in de mensheid zelf deze beweging te bespeuren moet zijn en over het geheel van het sterrenstelsel en daarbuiten gezien.

Jung’s theorie is gericht op individuatie: evolutie van het leven. Hij duikt als het ware in de golf van Teilhard. Een golf die steeds groter wordt, het tijdstip waarin we ons evolutionair in bevinden naar het laat aanzien, is niet te vergelijken met een golf op de kust of met eb en vloed. Dan laat je je te veel beperken door het model en zie je het model als uitgangspunt om te beschrijven wat steeds weer verandert. Weer blijkt dat het YinYang model te beperkt en moeilijk is, want het is een gesloten en geen groeiend model!

Voor een ontwikkelingspsycholoog is Jung specifiek en Teilhard globaal. Hun ideeën zijn handig om mee te relativeren, waar je je bevindt en naar toe beweegt! Modellen zijn plaatsbepalers en richtingaanwijzers.

Een spiraal is een goed ontwikkelingsmodel. Covey levert deze. Zelfbevestigend zijn laat een negatieve kleiner wordende spiraal zien. De spiraal is een afspiegeling van het bewustzijn in wat we het onbewustzijn noemen. Een spiraal weerspiegelt het licht, is een deel van het licht, maar is het licht niet. Het startpunt van een spiraal is gecomprimeerde spanning. Het eindpunt is stof die weer gecomprimeerd wordt.

Alchemie ziet ‘zo binnen zo buiten’. Elke cel van een systeem (dus bijvoorbeeld ook een mens) doorloopt fasen. De tijdsduur van een fase wordt bepaald door het proces van het systeem waar hij deel uitmaakt en ook in fasen verloopt. Want de cellen evolueren, maar het systeem ook. Daardoor raken we steeds in de war door deze onderlinge verwevenheid in fasen en op verschillende niveau’s.

We zijn bewuste wezens die bewust van zichzelf zijn. Zodra jij jezelf waarneemt zie jij jezelf niet meer, omdat je een deel van het systeem bent. Als een cel in het lichaam, IS de cel het lichaam, maar het kan nooit zijn lichaam van buitenaf zien, wel van binnenuit ontcijferen door de kleinere cellen te bestuderen. Het verleden kunnen we dus ontcijferen aan de hand van de feiten in het heden om zo te extrapoleren naar de toekomst. Wat we kunnen zien is waar we vandaan komen, niet waar we naar toe gaan, maar als we weten waar we vandaan komen, weten we ook waar we naar toe gaan en waar we ons bevinden in de tijd en de ruimte van de spiraal.