Aangemaakt donderdag 28 augustus 2008
Als je het voor elkaar weet te krijgen om te doen wie je bent, dan pas ben je echt gelukkig en verlicht. ‘Al valt de hemel naar beneden’ (citaat uit diverse stripalbums van Asterix en Obelisk).
Tijdens mijn pedagogische studie kreeg ik maar geen heldere kijk op het verschil tussen karakter en persoonlijkheid.
Met een karakter, een genotype, word je geboren. Het genotype is volgens Wikipedia de erfelijke informatie over de eigenschappen van een organisme, opgeslagen in het DNA. Het is wie je in wezen bent zelfs zonder iets te doen.
Volgens Wikipedia is een fenotype de externe manifestatie van deze eigenschappen. In de wandelgangen persoonlijkheid genoemd. In het zuiverste geval doe je wie je in wezen bent, maar meestal is je persoonlijkheid een samenraapsel van intrinsieke en extrinsieke indicatoren. Kortom, een ‘samengeraapte’ persoonlijkheid handelt vanuit automatisme en niet vanuit zijn kernachtige zelf.
Het karakter van een mens wordt in de gedragswetenschap geoperationaliseerd als temperament.
Met dit operationaliseren begeeft de gedragswetenschap zich naar mijn idee op een hellend vlak. De ouders zelf beoordelen namelijk of hun kind een moeilijk of gemakkelijk temperament heeft. De wetenschap meet dan een fenotype (een persoon) in plaats van een genotype (een verzameling aangeboren eigenschappen). Er is zo’n drukke wisselwerking tussen lichaam en geest dat je niet meer kunt weten of het temperament aangeboren of aangemeten is. Of zelfs van beide een beetje. Zelfs niet als heel liefdevolle, onzelfzuchtig beoordelende ouder.
Ik weet dat een kind er een jeugd (en vaak nog langer) over doet om een volwassen persoonlijkheid te ontwikkelen. Een volwassen persoonlijkheid hoeft niet persé overeen te komen met het karakter om in het dagelijks leven te kunnen functioneren. Het wordt zelfs als normaal beschouwd dat de meesten onder ons op de automatische piloot leven dus leven met een kloof tussen wie je bent en wat je doet.
Wat ik ook weet is dat een mens pas gelukkig is, wanneer het streeft naar het overeenstemmen van lichaam (karakter) en geest (persoonlijkheid). Dat doe je door zelfonderzoek wat leidt tot zelfkennis. Wat is van jou en wat is gewoon handig om te zijn in de omgeving waarin je ingebed bent. Zelfkennis geeft je karakter de ruimte om te groeien naar de persoon die je bedoeld bent te zijn als genotype én fenotype.