Twijfel staat aan de wieg van zelfvernieuwing

Kiezen, twijfelen… ik vind het iets… wonderbaarlijks mooi. Alsof er één veld van mogelijkheden is en God er een oneindige streep doorheen gehaald heeft om ons mensen een lol te doen. ‘Zelf doen’, zeggen peuters ook al gauw.

Als iets zwart is, dan is het niet wit. Lopen doe je  eerst rechts dan links of andersom beginnen. Als je iets als dik bepaalt, dan is het niet dun. Als je zegt dat de zon om de aarde heen draait, dan draait de aarde niet om de (of was het nu juist andersom???). Het één waarnemen is het ander missen. Je kan alleen in symbolen én én ervaren. Bijvoorbeeld in een stoplicht, wat ze ook rij-maar-door-licht hadden kunnen noemen. Zo genoot ik van de stilte van de zondagochtend vroegte in de woonkamer. Het kabaal was afwezig, ligt lekker op bed, is gaan tennissen en zit nu achter de computer hier te schrijven. Dat laatste kabaal ben ik natuurlijk, die lang heeft zitten twijfelen: ga ik nu genieten van deze spaarzame stilte of niet?! Mijn voorkeur ging uit naar het eerste. De innerlijke drang om dit idee te bloggen bewoog me naar boven.

Ik bén gewoon van nature een twijfelaar. Een alleseter. Iemand met een verborgen, want bedolven onder alle opties wat ‘het’ kan zijn, mening. Als dan uiteindelijk het leven kiest voor ‘dit niet’ dan stort ik me vol vreugde op ‘dit dan weer wel’, omdat ik even bevrijd ben van twijfel of ik wel het beste gekozen heb. Het twijfelen komt voort uit onbevangen liefde voor de wereld. Hoogstens vind ik iets ‘niet leuk meer’, maar wat de ander doet moet hij of zij zelf weten en andersom verwacht ik dat ook. Dat laatste is een tikkeltje naïef gebleken en ben ik nu aan het bij stellen. Bijvoorbeeld, de ander denkt: ‘Oh, ben jij een twijfelaar, dan ben jij ón-zé-ker! Nou, ík ben wel zelfverzekerd en dan bepaal ik het wel even voor je, doen we mooi waar ik zin in heb. Ik kan wel kiezen.’ Mijn oude ik reageerde uiteindelijk soms met: ‘Nu vind ik dit niet leuk meer’. Mijn nieuwe ik kraait het uit: ‘Oh, ben jij er zó eentje, hier hebben we een spiegelaar, iemand die een gemakkelijke prooi zoekt om zijn eigen grote onzekerheden op te projecteren.’

Zo kwam ik het woordje ‘laatdunkend’ tegen. Ik ben niet de enige, die in spiegelaars getuind is, blijkt uit online taaladvies. Zo kón het bij mij keihard naar binnen komen dat iemand ‘laag over me dunkt’. Net als de rest van mijn generatie nam ik aan dat de stam ‘laat’ geëvolueerd is naar ‘laag’ en ‘dunken, naar ‘denken’. Maar het is niet correct, zegt het taaladvies, het is afgeleid van het Middelnederlands ‘zich laten dunken, wat betekent een hoge dunk van zichzelf hebben’. Daar is mijn nieuwe ik zelf al achter gekomen (zélf doen!!!), zodat ik me nu bewust ben geworden dat iemand die een hoge dunk van zichzelf heeft ‘een lagere dunk’ heeft over iedereen om zich heen. Toch heeft het woord ‘laagdunkend’ wel zijn intrede gedaan in de moderne tijd. Er zijn nu ook mensen ontstaan, die laag over zichzelf dunken en daardoor iedereen anders als hoger inschatten. Een goede match zou ik zeggen. Laat Middelnederlandse ‘laatdunkers’ en moderne ‘laagdunkers’ elkaar maar lekker opzoeken en laat mij erbuiten. Ik ben bedachtzaam over wat ik kies. Een nieuwetijds-mens. Altijd moet ik even afwegen of het niet allemaal kan, het liefst nu en tegelijk. Mijn nieuwe ik laat deze gedachte gauw los. Óók ík móet kiezen. En dan niet achteraf zeuren, dat ik het vanochtend even helemaal stil en op mezelf beneden had kunnen hebben.

Dat ik een geboren twijfelaar ben is ook de reden dat ik gek ben op ‘toeval’ en ‘figuurlijk’ (ja, mijn graag en veelvuldig toegepaste ‘aanhalingstekens’). Met symbolen en beelden pak je gewoon gauw even álles mee wat je wilt uitdrukken. Moet je kiezen, dan zeg je A leidt tot B. Denk je symbolisch dan zie je het hele alfabet van A tot en met Z als in een netwerk met elkaar verbonden en zeg je ‘het hangt er van af…’ welke interpretatie je kiest. Zo zijn er mensen die lastige vliegen per definitie doodslaan of juist niet doodslaan; en mensen, zoals ik, die hardop uitspreken: ‘alle insecten die ongevraagd mijn huis betreden zijn hun leven niet zeker.’ Gewoon een beetje magie toepassen, want dat is symbolisch denken. Het is wonderbaarlijk hoe goed insecten het begrijpen. Zelfs mijn balkon is insectenvrij waar ik me ook beweeg of bevind. Het verbaast me ook wel eens hoe eenvoudig de interactie van wens naar werkelijkheid kan zijn.

Op het moment dat ik deze blog schrijf zie ik buiten mijn raam een kleine kruisspin zich nestelen in een perfect web. We hebben geen moeite met elkaar. Het valt buiten mijn jurisdictie gebied. Om bij de spin te komen moet ik in de dakgoot klimmen. Daar schommelt hij nu relaxt in windkracht 3, als tastbaar symbool voor symbolische webdenken, en heeft ááálle tijd om rustig uit te groeien tot een volwassen kruisspin, mits… hij niet voortijdig gegrepen wordt door het letterlijke principe ‘eten en gegeten worden’ wat weer buiten mijn domein van ‘leven en laten leven’ van kracht is.

Ik ben ‘klaar’ met het leggen van mijn ei en het planten van mijn zaad. De stilte is beneden ook klaar. Ik twijfel nu niet. Ik kies voor koffie! De zelfvernieuwing gaat in zijn wieg beginnen aan zijn schoonheidsslaapje.