Hardnekkige overdracht

Aangemaakt woensdag 1 april 2009
Om de hardnekkige overdracht van verouderde kennis en verstarde denkbeelden tegen te gaan is het beter alle overgedragen informatie te relativeren en te waarderen op betrouwbaarheid en validiteit.

In onze genen zitten al onze fouten van generaties tot aan de prehistorie terug of nog langer opgeslagen als herinneringen en neigingen. Het behoedt ons om niet opnieuw dezelfde fouten te maken. Deze herinneringen en neigingen zijn aangeboren.

Omdat wij mensen qua lichaam ook een diersoort zijn reageren we allereerst instinctief op datgene wat er niet klopt, daarna volgt ons verstand die nagaat wat het geleerd heeft hoe we het beste in dit soort spannende situaties kunnen reageren. Dankzij ons verstand handelen we niet alleen instinctief maar ook naar wat ons aangeleerd is. Ook al reageren we allereerst instinctmatig, ons verstand heeft het laatste woord en daardoor het vetorecht. Onze felbegeerde en hoog in het vaandel staande vrije wil.

Dit aspect van kunnen leren van je fouten is nieuw bij een diersoort. Het is ons bewustzijn, die er voor zorgt dat we elk soort omgeving naar onze wensen kunnen aanpassen. In plaats van andersom, zoals bij alle andere dieren. Wij vormen de natuur naar onze comfort. Dat heet cultuur.

Veel van wat we na de geboorte leren over wat fout is vindt nu hoofdzakelijk via overdracht plaats. In plaats van door vallen en weer opstaan in een beschermde omgeving van liefdevolle volwassenen.
Deze overdracht is zelfs hoog boven het ‘leren van het leven zelf’ komen te staan, waardoor de wereld vastgelopen is in een ‘uit het hoofd leren van een voor onze diersoort vermeende comfortabele wereld’ en hoe deze welzijnscultuur te continueren en te verbeteren valt. Hierdoor leren we als kind zorg te dragen voor een onveranderlijke wereld die maakbaar is. De macht van de cultuur over de natuur wordt van ouder op kind overgedragen. Onze ‘erfzonde’.

Op deze manier leer je als kind hoe je volmaakt moet zijn en onvolmaaktheid te veroordelen als ‘eigen schuld dikke bult’.

Kinderen leren van nature van hun fouten door het spelen van ‘absolute’ (voor het ‘echie’) en ‘relatieve’ (organiseren in: en toen was ik kind en jij…) spelletjes, zoals ‘vadertje en moedertje. Zo leren ze spelenderwijs een goed mens te zijn.
Dominerende ouders die hun kennis over goed en kwaad hardnekkig blijven overdragen leren kinderen dat ze van nature slecht en mislukt zijn en opvoeding nodig hebben om ergens ‘terecht’ te komen.
Daardoor vindt er een hardnekkige overdracht van hun eigen geconditioneerde verleden plaats, die geen garanties biedt voor een mensvriendelijke en van nature veilige toekomst.

Om de hardnekkige overdracht van verouderde kennis tegen te gaan kan je als volwassene leren van ‘foute kennis’ door in plaats van deze onbewust en klakkeloos door te geven aan nieuwe generaties als ‘waar’, deze foute kennis te relativeren en te waarderen op zijn betrouwbaarheid en validiteit.
Weten dat elk moment een nieuwe situatie is en je oude kennis niet toereikend en onbetrouwbaar kan zijn. Weten dat feiten uit het verleden geen garantie bieden voor de toekomst. En weten te leven met de knagende onzekerheid, dat wat eerst handig was opeens tegen je kan werken.
Als de opvoeding gericht is op ‘help mij om mezelf te helpen’ dan biedt je de kinderen meer overlevingskans in de toekomst en heb je respect voor en vertrouwen in het zelfregelingsmechanisme ingebakken in onze natuur.