De prins die zijn gifkikker overwint

Er was eens een prins die verlangde naar onvoorwaardelijke liefde, omdat hij zo bang was om alleen te zijn. Hij verwarde onvoorwaardelijke liefde met voorwaardelijke, omdat het zo op elkaar lijkt en omdat hij nog maar net volwassen was geworden en geen ervaring had opgedaan om op eigen benen te staan.
En zoals iedereen die vanuit de grond van zijn hart iets wenst werd zijn wens vervuld. Hij kwam zijn droomprinses tegen. Ze had gouden blonde lange lokken en een figuur die er om schreeuwde om gekoesterd en met de liefde vereerd te worden. Ook zij verlangde naar onvoorwaardelijke liefde, ook zij was bang voor eenzaamheid, ook zij was in de war door haar jeugdige leeftijd. Het was liefde op het eerste gezicht en jarenlang leek niets hun pril geluk in de weg te staan totdat het moment aanbrak dat ze hun leven met elkaar gingen delen.


De verwarring van hun idealisme en alledaagse beslommeringen  zorgde voor complicaties. De werkelijkheid beantwoordde niet aan de waarheid van hun diepste verlangen en behoefte van de ziel besloten in hun afgezonderde lichaam. Er is niets romantisch aan kruimels in bed of een meisje die zichzelf niet kan wegcijferen en eist dat je verandert in iets wat je niet werkelijk bent maar wel van binnen. De aanvankelijke eenheidsextase veroorzaakt door hun verliefdheid, die de innerlijke angst voor eenzaamheid verstomde, was steeds moeilijker waar te maken. Hoe meer de prins haar in een trance kuste om de droom van hun diepste wens in stand te houden, des te meer overviel haar de werkelijkheid bij het wakker worden. Steeds vaker moest de prins haar kussen. Steeds korter duurde de periode van haar trance. In haar trance was ze zijn droomprinses en hij haar droomprins. Wakker ging ze van de angst voor de eenzaamheid die de werkelijkheid voor hen betekende steeds meer gillen en krijsen. De magische muziek van hun samenzijn werd een smartelijke kreet van pijn en ellende van een ziel gegijzeld door de werkelijkheid. Na een jaar van samenwonen veranderde het mooie prinsesje in een gifkikker. En hij begreep er niets van. Hij kuste en kuste haar, keer op keer, van boven en onder, van links naar rechts, maar de droom was verbroken en daardoor brak zijn smachtend hart.
Hij ging steeds vaker van huis om aan de ontstane nachtmerrie te ontsnappen. In het begin lukte het om thuis te komen en in plaats van een gifkikker zijn droomprinses met haar gouden haren weer terug te vinden. Maar zodra hij haar kuste veranderde ze weer in een gifkikker. Op een gegeven moment lukte dat ook niet meer en bleef hij weg en doolde hij rond met zijn gebroken hart en wroeging omdat hij maar niet begreep, waarom onvoorwaardelijke liefde er zo lelijk en wreed uitzag. Hij raakte steeds meer van zijn levenslust kwijt en op een gegeven moment werd het leven zilt en zoutloos. Hij ging terug naar zijn ouders en liet haar alleen achter in hun droomkasteel. Ze kwaakte zo luid, dat bij zijn ouders thuis hij haar nog kon horen.
Zijn ouders maakten zich ernstige zorgen over hun zoon. Goedbedoelde adviezen slaan niet aan als het leven smaak nog kraak heeft. Voor hun ogen zagen ze hun geliefde zoon verpieteren en uitdrogen. Ze konden hem niet geven, waar zijn volwassen geworden ziel naar snakte. Overdag doolde hij rond met zijn hart als lood gezonken in zijn voeten. ‘s Nachts ontving hij niet de genade van de slaap, omdat hij bang was niet meer wakker te worden. Op een dag kwam hij tijdens zijn dolen een magiër tegen, die ervaring had met dit menselijk drama en van wanten wist. De magiër zag er uit als een zielenknijper. Hij knipoogde alleen maar naar de prins en overhandigde hem een potje met witte tabletten. Levenszout noemde hij het. Tweemaal daags en alles komt weer goed.
Met zijn hart (en het flesje gevuld met levenszout) weer onder de riem gestoken ging hij weer terug naar zijn gifkikker. Hij slikte trouw tweemaal per dag. Het flesje raakte niet leeg. De hoop op verbetering had hij opgegeven. Liever samen ongelukkig dan alleen stervende.
Levenszout of niet, alles bleef zij hem verwijten. Al haar gif spuide ze over hem heen zodra hij bij haar in de buurt kwam. Nu gebeurde er iets wat ze beiden in eerste instantie niet in de gaten hadden. Hij reageerde niet meer op haar gif. Het levenszout maakte hem immuun. Ze spuide en spoot. De prins keek haar alleen maar verdrietig aan en het vergif verdween bij gebrek aan uitwerking. Langzamerhand verdween het gif ook uit haar lichaam en de prins bleef steeds langer thuis. Hoe langer de prins thuis bleef, des te rustiger werd ze van binnen. De rust en ruimte die ze elkaar gunden om hun hart te helen mondde op een dag spontaan uit in een onverwachte echte kus. De prins kuste zijn gifkikker met open ogen vol liefde. En kijk! De gifkikker transformeerde weer in een gewoon meisje van vlees en bloed, met haar kleine en grote zorgen en met haar blonde lokken. Zij kuste haar prins terug, die ze zag in zijn werkelijke vorm. Een gewone jongeman, van vlees en bloed, met zijn idealen en falen. Ze keken elkaar zielsgelukkig in de ogen en in de ogen vonden ze hun droom over onvoorwaardelijke liefde terug. Ze leefden nog lang en gelukkig samen toen ze eenmaal beseften dat het geloof in het sprookje van het ware verbond in liefde op aarde de harde werkelijkheid van eenzaamheid overwint. Het is ware liefde die alle aardse beperkingen weg doet vagen en geliefden samen doet smelten in hun onvoorwaardelijke liefde voor elkaar. Een liefde die rust en ruimte geeft. Onvoorwaardelijke liefde overwint alles.