Boekbespreking: TERUG van nooit weggeweest. De reizen van Odysseus – belicht door Jan van Delden

image

Een aantal jaren geleden trof mij het boek TERUG van nooit weggeweest  (2006) in de plaatselijke boekhandel. Onlangs heb ik het uitgelezen en het boek heeft bijgedragen om mijn kijk op het leven nog meer bij te stellen.

Ik heb gymnasium ‘gedaan’ in de jaren zeventig van de vorige eeuw en onderdeel hiervan was het vertalen van de hele Odyssee. Dat verhaal sprak me enorm aan. Er kwamen bijvoorbeeld cyclopen, Goden en Godinnen in voor en de gevaarlijke Sirenen!
Ik weet zeker dat mijn Griekse leraar van dat moment, een Jezuïet, de symboliek van het verhaal wel degelijk doorhad, maar als tiener ‘pakte’ ik dit gewoon niet. Nu ben ik een vijftiger en heb een aantal jaren scholing gehad in Praktische filosofie. Een school gebaseerd op de Advaita Vedanta. Dit is een wijsheid uit het oosten om ‘achter de schermen’ van de werkelijkheid te leren zien.

Na het lezen van dit boek van Jan van Delden over de reizen van Odysseus blijkt de Odyssee een mythologisch gedicht te zijn over de mens die zich bewust wordt van wie hij/zij in wezen is: zuiver bewustzijn. Als je op de achterflap leest waar het boek over gaat: “Zo blijken de avonturen die de held op zijn reis beleeft symbolen voor de valkuilen en struikelblokken die we allemaal op onze zoektocht naar zelfrealisatie tegenkomen” en “Hij vond een zuiver westerse bron van de essentie van het leven, een bron die men voor kort voornamelijk in het oosten zocht” dan blijkt uit het boek zelf dat hierover geen woord te veel is gezegd. Het maakt mij trots op ons cultureel Europees erfgoed. Heimelijk maakt het me ook nieuwsgierig wat de Germaanse mythen, nog dichter bij huis dan de oude Grieken, ons te zeggen hebben over Bewustzijn. Persoonlijk beleefde ik vele AHA-erlebnis-momenten en vond ik dit boek zeer interessant. Het is het verhaal over de eeuwige wederkeer van het leven. Hoe we elke dag weer een hoofdstuk toevoegen aan ‘ons’ verhaal en hoe elke nacht we dit verhaal weer vernietigen en de volgende dag weer opnieuw beginnen.

Één van de dingen waar ik me door dit boek bewust van geworden ben is dat het helemaal niet uitmaakt wat je doet of laat, omdat het ‘toch al in de sterren geschreven staat’. Niet dat je daarom maar klakkeloos alles kan doen en laten zonder kleerscheuren, want het is wel belangrijk dat je leert te luisteren naar deze ‘taal der Goden’ en niet naar de wil van je losgeslagen persoonlijkheid (mits je duurzaam geluk, rust, helderheid, gezondheid en tevredenheid nastreeft). Een handig hulpmiddeltje om het verschil te weten wat waar en wat werkelijk is, is om te kijken naar aandacht. Alles wat aandacht vergt is niet waar maar wat er nu gebeurt. Iedereen van ons is voorgeprogrammeerd om als een Odysseus zijn eigen persoonlijkheid te ontdekken aan de hand van zijn ervaringen. Niet iedereen van ons komt er achter dat we in wezen niemand zijn, dat niemand schuldig is en dat de wereld zoals we die kennen slechts vluchtig is en cyclisch bestaat. En dat ieder van ons een andere kijk op het geheel heeft. Maar dan nog. Als je niet voorgeprogrammeerd bent om dit in te zien, zal je het ook nooit lukken en kan je je tijd beter besteden aan waarvoor je wel interesse hebt. Wat bij jouw ‘pakket’ van ervaringen hoort.

Zodra je inziet dat de wereld niet ‘echt’ bestaat maar pure energie is die in drie toestanden (waaktoestand, droomtoestand, droomloze toestand) cyclisch beweegt, wat wij kunnen waarnemen omdat wij zelf pure energie zijn, op dat moment kan je ontspannen en genietend deelnemen aan dit schimmenspel en beseffen dat alles wat je ervaart slechts golven zijn in een zee van Bewustzijn. Jan van Delden noemt dit alles ‘Bewustzijn wat met Bewustzijn speelt’. Ik vind het wel meer dan dat. Het doel van dit schimmenspel lijkt mij Bewustzijn dat zichzelf op relatieve wijze wil en kan kennen in alle vormen waarin het zich tijdelijk kan manifesteren.