Drang tot uitbroeden

Vaak begrijp ik het professionele ‘scheppen’ niet. Er moet eerst gebrainstormd worden over een concept. Er wordt een plan en visie gecreëerd. Een deadline vastgesteld. Bij mij verloopt het waarmaken eerder als bij de zwaan op de uitgelichte foto. Ik heb geen idee waar ik mee bezig ben en wat ik doe. Waartoe het leidt of het ooit iets wordt? Zodra ik de dingen professioneel wil aanpakken loopt mijn inventief en innovatief proces spaak. De moed zakt me in de schoenen. Het overzicht raak ik kwijt en die komt niet uit mijn hoofd of uit mijn hart. Mijn overzicht is het gevoel dat iets klopt, waar en interessant is. Maar dat zijn al teveel woorden voor de drang die van binnen in me opwelt om nú te gaan doen of los te laten.

Een gevoel uitbroeden is me wel bekend of mijn handen en voeten geven aan het jonkie als deze uit haar ei gekomen is. Mijn passie volgen is niet eenduidig. Of via een concept of planning tot rijping komend. Mijn passie is niet van mij. Het komt uit een bron. Alsof ik naast de eraan ontsprongen rivier de dingen voorbij zie drijven. Soms spring ik de rivier in en drijf een poosje met de dingen mee. Vaker zuigen de dingen die in mij ontspringen mij de rivier in. Er valt niet aan te ontsnappen. Hardnekkig de controle willen houden over de dingen die ik doe in mijn leven lopen bij mij niet goed af. Laat mij nu maar lekker mijn leven uitbroeden op mijn manier. Dan kan ik me laten verwonderen over en amuseren met wat mijn leven allemaal in petto voor me heeft.

Van zelf sprekend één-ZIJN

Wie ben ik? Dat vroeg ik me in feite spontaan al af bij het wakker worden, maar op een andersoortige manier dan gewoonlijk. Ik werd me er bewust van dat ieder een soort eigen energie met zich meedraagt. Als een soort jas die het hele lichaam doordringt en omringt. Deze energie is altijd fijn. Wie of van wie of wat deze energie ook is. Dan zal het wel iemands ziel zijn. Het idiote is dat dit energieveld vaak onderdrukt wordt. Zo voel ik dat echt. Verder lezen Van zelf sprekend één-ZIJN

Boekbespreking: Sterker dan ooit. De wijsheid van vallen en opstaan – Brené Brown

9200000045638321 2

Dit is het eerste boek van Brené Brown dat ik gelezen heb. Tegelijkertijd lijkt dit boek meer te duiden op waar het werkelijk bij haar om gaat. Haar andere boeken zie ik als prelude. Zij beschrijft steeds weer op wetenschappelijke wijze hoe de ontwikkelingsweg van de mens er uit ziet en waar het vaak op neer lijkt te komen. Het draait om ‘de wijsheid’ die je verwerft bij het ‘vallen en opstaan’. Hierbij belicht ze de schaduwzijde van de mythe van de maakbare mens. Heel on-Amerikaans dus. De grenzen aan maakbaarheid geven je ontwikkelingsweg aan. De grens van waar je staat – de frontzone, op welke unieke wijze jij die weg bewandelt -je eigenheid, en hoe ver je gekomen bent – de ontwikkelingsfase.

Het genre van dit boek zie ik dan ook als spiritueel-wetenschappelijk. In het Oosten beweren spirituele wijsgeren dat de mens al volmaakt is als die geboren wordt. Het hoeft alleen maar diens werkelijke glorieuze zelf te ontdekken en bewust te worden. In het Westen beweren ze het tegendeel. De mens komt, wel of niet, met de erfzonde belast op de wereld en als we heel goed ons best doen dan belanden we vast ooit in de ‘hemel’. Verder lezen Boekbespreking: Sterker dan ooit. De wijsheid van vallen en opstaan – Brené Brown

Ont-frozen

De wijsheid komt uit het Oosten. Gretig storten wij, ons Westerlingen, op al die prachtige spirituele rituelen. Blind voor de moord op onze eigenheid en eigen waarde. We zijn selfmade Zen geworden. Buitenshuis of binnenshuis. Het maakt niet uit. Alles wordt Zen-klaargemaakt. Boeddhabeelden. Wierookbranders. Meditatiekussens. Yogamatten. Het is handig te beseffen dat de zon óndergaat in het Westen. De zon in het oosten doet ons ontwaken. Onder de zon van het Westen maken wij ons waar. Oosterse Verlichting zal nooit de Westerse Verlichting worden of andersom. Hoezeer wij ons alle gedragsregels ook eigenmaken van welk heilig Oosters huisje of Westers machtsbolwerk dan ook. Zo zal een man nooit een vrouw worden al draagt hij een jurk. En wordt een kind pas een zelfstandige volwassene als het zelfredzaam is. Gras wordt nooit een boom. Hoe hard we er aan zouden willen trekken.
Als yin en jang vullen we elkaar aan. Zoals in elke gezonde relatie. De zon komt op en gaat weer onder. Het wordt dag. Dan weer nacht. Het wordt zomer. In de winter vallen de blaadjes op het Noordelijk halfrond in het Westen. Op het Zuiderlijk halfrond in de zomer. Onbewust worden we allemaal geboren. Min of meer bewust gaat de zon van ieder mens onder. Als de zon in het Westen achter de horizon verdwijnt, verschijnt de gedaante van de maan aan de hemel. Tegelijkertijd geldt het omgekeerde in het Oosten, aan de andere kant van de aarde verdwijnt de maan en wordt de nieuwe dag op aarde verwelkomd. De aarde draait als een wiebelende tol om de zon en op de Noordpool is het daarom in midwinter het langst nacht en in midzomer het langst dag. Zo werkt de natuurlijke logica. Niemand, geen God of mens kan tegen de natuurwetten in handelen. Hoe goed we ook onze uiterste best doen.
“Let it go, let it go!” zingen alle kleine Elsa’s wereldwijd. In mooie jurkjes draaien de ijsprinsesjes in het rond. Loslaten is hót. De nieuwste rage onder Westerlingen. Niemand wil meer frozen zijn. De eerste échte stap op weg naar Zelfontwikkeling is zowel loslaten als en-compassie. In het Oosten wordt er suf-gemediteerd om het ego los te laten voor verlichting. Het prinsesje Elsa bevroor toen ze zichzelf niet mocht zijn. De sneeuwkoningin Elsa bevrijdde zichzelf van de kou en liet wat er van binnenuit opborrelde los. Op het moment dat ze haar eigenheid omarmde en zichzelf met haar hele hebben en houden lief had ging ze stromen. Kreeg ze vleugels. Niet alleen zij raakte verlicht. Haar hele omgeving had er profijt van. De flow als kompas. Eigenheid als de magnetische Noordpool. Een van de vele ego’s aan het roer. Wat er losgelaten wordt is niet het ego, maar het idee dat er maar één en dezelfde ego heerst. Westerse verlichting draait om de bevrijding van de sneeuwkoning(in) in ons. Wij hebben er geen vat op. Laat het los en zie jezelf al dansend onder je eigen zon ontdooien tot een levenslang kaleidoscoop aan prachtige eigenzinnige vormen.

Zin hebben is zin geven

Wanneer ik een universeel gevoel hebt kan ik wel eens overvallen worden door de onbetekenendheid van wat ik nu zoal bijdraag aan het geheel. Van moment op moment. Van dag op dag. Of van week op week. Vergeleken bij alles wat ik kan bijdragen lijkt op zo’n zelf-twijfel-moment elke bijdrage zo weinig zoden aan de dijk te zetten. Terwijl, als ik terugkijk naar mijn afgelopen jaar of jaren, er altijd een verschuiving plaatsvindt in mijn zelfbeeld.

Als ik de tijd uitvergroot blijkt geen enkele handeling voor niets en heel waardevol geweest vergeleken met het grotere geheel wie ik ben. Mits… ik mijn zin heb gevolgd. Al is die ‘zin’ zin in helemaal niets, slapen of lummelen geweest. Zodra ik iets tegen mijn zin in doe ontwikkel ik weerzin, afkeer en zelfs afschuw voor wat ik doe. Iets met tegenzin doen is niet zinvol. Zelfs destructief gebleken voor mijn zelfontwikkeling of tenminste zelfblokkerend of zelfondermijnend. Zelfreflectie is blikverruiming. Zelfvertwijfeling is een mooi moment voor zelfreflectie: waar heb ik nu het allermeest zin in?! Het grootste cadeau voor mezelf. De grootste bijdrage aan het vullen van mijn schatkist.

Ware zelf-verrijking.