Boekbespreking: Doelgerichte evolutie – Carl Johan Calleman

1001004007590039

Eind 2010 heb ik het boek aangeschaft van Carl Johan Calleman met de titel: Doelgerichte evolutie. Verklaard vanuit de kwantumtheorie en de Maya-kosmologie. In dit boek staat alles wat ik over evolutie op dit moment wil weten en zorgt er voor dat ik met één boek ‘klaar’ ben en op de hoogte gebracht van de meest recente bevindingen op dit gebied. De oorspronkelijke titel is The purposeful universe en is voor het eerst verschenen in 2008 in de VS.

Calleman is een wetenschapper, die zijn nek durft uit te steken en zijn wetenschap verbindt met een meer waarschijnlijke theorie over de evolutie. Van begin tot het eind betoogt hij boeiend dat niet zozeer de genen en de omgeving onze evolutie naar eigen willekeur oorzakelijk bepalen, maar dat we in elke cel een centriool hebben zitten, die als een antenne ons bestaan afstemt en synchroniseert met het verloop van een doelgerichte evolutie. De vorm van het centriool lijkt qua vorm op een tau kruis, wat Calleman opvat als een fysiek symbool voor ‘levensboom’. Ik heb begrepen dat het eindstuk van de zweepstaart van een zaadcel  zich splits in twee stukken als centriool in een eicel.

Boekbespreking: Wat Darwin niet kon weten – Gerrit Teule

1001004006435856

Onlangs heb ik me gebogen over het inhoudelijk tot de verbeelding sprekende pittige non fictie werk van Gerrit Teule: Wat Darwin niet kon weten. Een reis naar de spirituele binnenkant van de evolutie. Uitgeverij Ank-Hermes BV 2009. Net als het eerder besproken boek van Paul Revis gaat het over de evolutie van bewustzijn maar nu aan de hand van de theorie van de Franse fysicus en informaticus Jean Charon (1920- 1998). Teule’s voornaamste uitgangspunt is de evolutietheorie en ontdekkingsreis van Darwin zelf en samen met zijn lezers gaat Teule in zijn boek ditmaal op reis naar de spirituele binnenkant van deze materie.

Van het idee van een binnenkant van de evolutie was Teilhard de Chardin al geestelijk vader (zie boekrecensie Paul Revis), toch heeft de schrijver gekozen voor de relatief onbekend gebleven Charon, omdat deze met zijn eonenhypothese: “(…) een nieuw inzicht kan geven in de verhouding tussen lichaam en geest.” Met behulp van de elementaire deeltjes wees Charon op de wiskundig berekende mogelijke aanwezigheid van een aparte, onstoffelijke, non-lokale, imaginaire tijdruimte verstrengeld met onze zwaartekracht tijdruimte (beschreven door Einstein’s algemene relativiteitstheorie). Deze aparte tijdruimte omschreef Charon als een eon en is een hypothese die aansluit bij zijn complexe relativiteitstheorie, die op haar beurt weert voortvloeit uit de meer bekende en logica tartende kwantumelektrodynamica theorie uit 1930.
Verder lezen Boekbespreking: Wat Darwin niet kon weten – Gerrit Teule