Boekbespreking: Het dertigersdilemma – Nienke Wijnants

image

Op mijn 54e las ik Het dertigersdilemma. De belangrijkste loopbaan- en levensvragen van twintigers en dertigers, geschreven door psychologe, loopbaanadviseuse, bedenkster van dit fenomeen en ervaringsdeskundige Nienke Wijnants. Het is uitgegeven in 2008. Zij onderzoekt dit fenomeen als ‘modeverschijnsel of een serieus probleem’. Zij beweert dat de ouders van dertigers voornamelijk geen dertigersdilemma ervoeren als dertiger, omdat ze nu eenmaal voornamelijk leefden volgens een voorgeschreven standaard, bleven hangen op de twee onderste lagen van de hiërarchische behoeftenpyramide van Maslow (vervullen van fysiologische behoeften en het koesteren van hun behoefte aan veiligheid), kinderen krijgen vanzelfsprekend was en jobhoppen not done. Ook kenden de dertigers van vroeger volgens Nienke geen overvloed aan keuzemogelijkheden om voornoemde redenen. De dertiger van toen was en is nog steeds kennelijk een zelfbeperkend mens. De dertiger van nu is bezig met de laatste stap van Maslow, meent Nienke, die van Zelfverwezenlijking, omdat deze te vroeg al ‘alles’ heeft behalve het hebben van een zeker gevoel.

Na het lezen van dit boek ken ik de dertiger van toen in mezelf terug. Ook ik leed vaak onder ondraaglijke onzekerheid. Het begon op mijn 29e. Op dat moment was het jaartal 1989 in plaats van 2008 en leefde ik fysiek gezien ‘standaard’, maar net als de besproken dertigers van nu had ik mentaal gezien last van zwaardrukkende gevoelens van oververantwoordelijkheid voor mijn levensloop. Ik was op mijn 21e getrouwd, had genoegen genomen -door een periode van algemene grote jeugdwerkeloosheid in de jaren tachtig -met een baan die ver onder mijn potentie lag (bankemployee in plaats van onderwijzeres), mijn man is zelfstandig ondernemer, we kregen jong achter elkaar drie kinderen. Ik gaf mijn baan en het idee van een succesvolle carrière op en stelde me geheel en vol passie ter beschikking van de zaak en de opvoeding. We zijn nu ruim dertig jaar getrouwd en wonen plus werken ook nog eens al dertig jaar in hetzelfde huis. Ondanks dat ik een standaard en stabiel leven van buitenaf gezien volgde ‘koos’ ik hier in al mijn onzekerheid voor en  zag ik dit vanzelfsprekend ook als mijn eigen keus en verantwoording. Mijn leven is turbulent en verre van saai of voorspelbaar te noemen, want alles wat ik op mijn pad tegenkwam trotseerde ik als nieuw, bestudeerbaar en overkwam ik. Ik heb nooit spijt van mijn keuzes gehad, omdat ik ze zelf nam en me niet liet bepalen door een ander. Kortom, vanaf mijn 29e heb ik nogal wat ervaring opgedaan met omgaan met onzekerheid en stress. En daardoor heb ik veel begrip voor de taak van de dertigers van nu.

Vanuit mijn ogen gezien is het dertigersdilemma zowel geen ‘modeverschijnsel als een serieus probleem’. Wel een kenmerk van een levensfase waar nu meer aandacht aan geschonken wordt, omdat we niet meer zo vatbaar voor en dienstbaar zijn aan tradities. Individualiteit staat voorop en daarna saamhorigheidsgevoel bij diverse groepen waarbij je op een bepaald moment van je leven ‘hoort’, zoals je werkveld, vriendenclub en dergelijke. De dertiger jaren lijkt mij dus een gevoelige levensfase om te leren omgaan met eerste bewuste ervaringen van ‘keuze-onzekerheid’. Ik heb dus wel degelijk groot respect voor Nienke dat ze, op zo’n jonge leeftijd en tot deze levensfase behorende jongere, in staat is om deze wel degelijk onderschatte adolescentieperiode aan te kaarten. Toen ik me tegen mijn tante als dertiger verzuchtte over mijn eigen kwellende onzekere gevoelens (terwijl ik ‘alles’ al had) troostte ze me dat het op haar leeftijd (toen vijftig) ‘over’ was. Dat was wijs gezegd van haar, want dat is inderdaad wat er gebeurt met je als je met open ogen je onzekerheid serieus neemt, onderzoekt en ‘trotseert’. Dan gaat het inderdaad over. Om me heen zie ik wel degelijk dat er mensen zijn blijven hangen op deze ontwikkelingstaak van dertigers, zich niet verder konden ontwikkelen omdat ze hun ogen gesloten hielden voor hun eigen stress ervaring, indutten en duimden dat wanneer ze hun onzekerheid ‘vergaten’ of ‘overschreeuwden’ ‘het’ wel zou overgaan.

Inderdaad zie ik élk decennia van ons volwassen leven als ontwikkelingstaak of levensloop gebonden dilemma om evolutionair gezien met de tijd te kunnen meegroeien. Zo ken ik ondertussen een tiener-, dertiger-, veertiger- en vijftigerdilemma (gek genoeg geen twintigerdilemma). Het aanhalen van de pyramide van Maslow is echter een goed begin van Nienke. Er is veel welzijn in de Westerse wereld van nu en een overvloed aan mogelijkheden, maar dat geldt voor elke generatie vanaf de 20e eeuw die met veel slag de stootgroep vormde voor de postmoderne mens in de 21e eeuw. In het Nederland van 2013 wordt gesproken over participatiesamenleving in plaats van over onze verzorgingsstaat van de 20e eeuw, waarbij de burger van wieg tot graf verzorgd werd op gezag van de staat. In de pedagogiek ziet men dat de levensloop na 1945 transformeerde van ‘standaard’ in ‘eigen keuze’. Het enige wat werkelijk transformeerde was het accent in bewustzijn. Allereerst bepaalt men wat men mogelijk wil (want zonder ervaring weet je dat nog niet zeker) en dan probeert men dat zo goed en kwaad mogelijk zelf in te bedden in een sociaal verband. Voorheen, in een traditionele samenleving, bepaalde de groep waartoe je behoorde het gedrag van de individuele mens. Je had niets te willen meende men. Die tijd ken ik nog goed. Daarin ben ik opgegroeid en verstikte mijn eigenheid en individualiteit. Je deed wat ‘hoorde’ in plaats van wat voor je gevoel ‘klopte’. Ik loste dit dilemma op door vroeg, op 21-jarige leeftijd, op eigen benen te staan los van enig groepsverband en ‘stichtte’ mijn eigen groep, een eigen gezin. Zuster Clivia van de hand van mijn heldin Annie M.G. Schmidt was mijn houvast met motto “laten we allemaal doen wat we willen, zonder te schreeuwen en te gillen”. Vandaar dat ik waarschijnlijk geen ‘last’ had van een twintigersdilemma.

De realiteit loopt nu eenmaal altijd achterop het vernieuwende. Het enige wat we kunnen waarnemen zijn feiten, het huidige moment van zijn en niet de toekomst. Als de toekomst geëxtrapoleerd kan worden uit de feiten en deze volgt, dán voelen we ons zeker, zo niet dan benoemen we dat als ‘crisis’ en voelen we ons ‘onzeker’. Laat nu de groep adolescenten de steeds weer terugkerende vernieuwers van de samenleving zijn -ze hebben immers nog geen rijke ervaring opgedaan met de gevolgen van hun keuzes- dan is het helemaal heel goed voor te stellen dat ze zich behoorlijk overbelast voelen in deze tijd van wereldwijde crisis en vergrijzing. Hun verantwoordelijkheid lijkt zwaarder dan die in vorige tijden (alhoewel ik dat tegelijkertijd weer betwijfel, want het ervaren van een identiteitscrisis op deze leeftijd hoort bij een gezonde persoonlijke ontwikkeling van een mondig mens).

En dat doet Nienke. Een ware dertiger zijn. Voornamelijk kijken naar de realiteit en tevens voorzichtig vernieuwer durven zijn, haar eigen individuele keuzes maken en daar voor uit te komen. Ze is een manusje van alles. Ze is volop bezig met zichzelf te verwezenlijken, te timmeren aan de ontwikkelingsweg die dertigers afleggen zowel als loopbaanadviseur als promovendus en tot slot deelt ze haar bevindingen met ons, haar lezers. Ze verzamelt feiten om ons geen ‘gebakken lucht’ te verkopen, ze neemt waar in haar praktijk, analyseert en extrapoleert haar bevindingen op wetenschappelijke grond gebaseerd. Dit boek is een weergave hiervan en is zeker behoorlijk de moeite waard om te lezen en je eigen gedachten er over te vormen.

Toch weerhoudt het, tot slot, mij niet er van om haar bevindingen in een nog groter geheel te plaatsen dan die van haar onderzoek, werkervaring en theorie van Maslow en enkele andere aangestipte theorieën. Het dertigersdilemma is mijns inzien een werkelijk fenomeen van alle generaties in welke tijd of samenleving dan ook die de moderne tijd van individualisatie ingeluid heeft of al gevorderd op weg is. Nienke zoekt de oplossing in authenticiteit, autonomie en zelfverwezenlijking. Ik zoek het eerder in ontwikkelingstheorieën als er zijn en met name die van Erikson, http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/34088-acht-levensfasen-ontwikkelingsfasen-van-de-mens-erikson.html , maar ook wel van Piaget en Vygotski. Net als het uitspelen van gelaagde videogames, kan een zichzelf ontwikkelend mens pas goed uitgerust, letterlijk en figuurlijk, overgaan naar de volgende ‘level’, wanneer deze geslaagd is voor de test om de taken van zijn of haar levensfase onder de knie te krijgen. Daar ontkomt geen mens aan. Ook geen dertiger met diens dertigersdilemma.