Jung’s collectief onbewuste:Sheldrake’s morfische velden=geweten:weten

Jung noemde het totaal aan ervaringen sinds de evolutie het ‘collectief onbewustzijn’. Een modernere invulling van dit begrip wordt gegeven door Rupert Sheldrake, een bioloog met zijn uniek onderzoek naar morfogenetische resonantie (proces van intergenerationele overdracht van mentale, gedrags-, sociale en culturele ideeën). Een ieder van ons heeft een aangeboren vermogen om zijn bijdrage te leveren aan de vorm en inhoud van dit ons omringend en doordringend veld door middel van ideeën die hij of zij over deze wereld heeft. Hoe meer uniforme bijdrage aan dit veld des te steviger wordt de ervaring als feit verankerd in dit morfogenitisch veld. Het idee van ‘verbeter de wereld begin met jezelf’ en ‘alle beetjes helpen’ wordt hiermee verklaard. Maar ook dat één onbewuste vlinderslag grote turbulentie teweeg kán brengen (chaostheorie). Ook al ben je een nietig wezen in de uitgestrektheid van het heelal, de rimpeling die jij gedurende het leven maakt echoot eeuwig na dankzij dit morfisch veld.

Ik ben geïnteresseerd in het werk van Jung en kwam er na een jaar van puzzelen achter dat je bij hem geen definitie tegenkomt. Er bestaat geen woordenlijst voor de nieuwe begrippen die hij introduceert. Zijn begrippen zijn namelijk per definitie niet te definiëren. Zijn jargon is geheimtaal en alleen die ingewijd zijn in zijn werk kunnen enigszins de sleutel ontwarren, maar dan nog niet zo helder als hij het vast voor zich gezien heeft. Het voordeel van zijn empirisch werk naar de universele geest is dat het onafhankelijk is van de dynamiek van het moment. Met andere woorden trotseert zijn analytische psychologische theorie al bijna honderd jaar de tand des tijds.

Rupert Sheldrake daarentegen kwam al eerder mijn bewustzijn binnen met zijn populair wetenschappelijk boek Het zevende zintuig (2006). In Jip-en-Janneke-taal geeft hij weer waar Jung met veel transpiratie woorden voor vond. Jung was eerder een pionier op dit grensgebied tussen bewustzijn en onbewustzijn. In 1902 (27 jaar!) promoveerde hij op een proefschrift over de psychologie en pathologie van zogenaamde occulte verschijnselen. Hij haakte in bij het psychoanalytisch werk van de twintig jaar oudere Freud, maar na vier jaar haakte hij gauw weer af, omdat hij seksualiteit als een deel zag van de psychische totaliteit van de mens, en Freud van zijn methode een dogma wilde maken. Dogma’s bestaan niet voor een volledig mens. Dogma’s zijn harde feiten, die op kunstmatige wijze, tegen elk beter (ervarings)weten in hard moeten blijven. Alles wat niet waar is, is veranderlijk. En als de werkelijkheid een feit tegenspreekt dan is het gewoonweg niet waar. Of je er nu wel of geen dogma van maakt.

Jung zijn vader was dominee van de gereformeerde Kerk en Jung had moeite met diens rationele houding tegenover de menselijke ervaring dat ‘er meer is tussen hemel en aarde’ (dan de geestelijken met hun dogma’s en de wetenschappers met hun empirische feiten ook beweren). In feite heeft het levenswerk van Jung zich toegespitst op het onderzoek van wat ooit ‘geweten’ is en waar wij kennelijk allemaal op een bepaalde manier in contact mee staan. Pas geboren zijn we ons onbewust van ons collectief geweten en dankzij de ervaring van elk moment in het hier en nu kunnen we ons weer bewustworden van wat ooit geweten is. Dat dit geweten niet altijd juist geïnterpreteerd wordt is voor te stellen, omdat wij op dit moment van de evolutie nog niet in staat zijn om onze psychische totaliteit te dragen. De sterkste schouders (grote persoonlijkheden) kunnen veel bewustzijn aan, maar steeds weer ligt het gevaar van hoogmoed op de loer. Is het niet je eigenwaan (denk aan figuren als Hitler) dan wel de waan van je fans of andere ego’s (zo kreeg Socrates de gifbeker te drinken).

Sheldrake benadrukt juist de bewuste kant van het veld. Als bioloog neemt hij het leven als uitgangspunt. Vanuit de mens gezien is er een wetend veld, waar een ieder zich bewust van kan worden. Hij ziet het als een universeel energetisch informatiecentrum, waaraan het leven zijn bijdrage levert of zijn kennis uit put. Hij benadrukt deze biologische functie als het zevende zintuig, omdat het niet gelijk is aan het hebben van een zesde zintuig die we met alle dieren gemeen hebben en betrekking heeft op intuïtie kan ik me herinneren (gelezen te hebben). Ik vind het een heel mooi idee, dat we ons collectief geheugen niet zelf hoeven te dragen maar vrij toegang kunnen hebben. Het internet lijkt er al goed op alleen is dat nog te onhandig in het gebruik en zijn er nog te veel pluriforme stoorzenders op deze golflengte. In de toekomst moet het mogelijk zijn meer zuiver te kunnen communiceren zonder elektriciteit, computer en internetaansluiting nodig te hebben. Voordat we zover zijn dat we dat kunnen moeten we oefenen. Hier in Nederland is er zo’n soortgelijke spirituele revolutie op gang gekomen. Alleen zie ik nog te veel kaf onder het koren van de volgers.

Deze blog is mijn bijdrage aan het menselijk morfisch veld. Het is typisch een product van waarmaken in de letterlijke maar ook figuurlijke zin des woords. Wees Jung er op dat veel nog vergeten is wat ooit geweten is. Sheldrake houdt zich staande met zijn wetenschap van dat er nog veel te weten is wat er vergeten is en de ervaring aangeeft of dit informatiecentrum steeds meer helder bij je binnenkomt of juist nog vol ruis zit. Het is een zaak van perspectief. Ik bewandel de gulden middenweg voor de veiligheid en stel dat de stand van zaken in de 21e eeuw een verhoudingskwestie is, geweten:weten. Verheldert je idee je doen en laten dan zit je op het juiste spoor en kan je hand in hand verder met het morfisch veld van Sheldrake. Heb je last van stoorzenders en ervaart je welzijn ruis is het zicht troebel, dan draag jij de analytisch psychologische wereld van Jung op je schouders en ben je aan het krachttrainen voor het spiritueel leiderschap.