Annemieke blog 5 juli 2011

Het begint bij het begin van het heldengedicht de Odyssee:

“Bezing mij, o Muze, de vindingrijke man die veel rondgezworven heeft, nadat hij de heilige stad van het Trojaanse land had verwoest en van vele mensen zag hij de steden en leerde hij de geest/aard kennen, en veel leed doorstond hij op zee in zijn hart, vechtend voor zijn leven en ook de terugkeer van zijn vrienden. Maar toch niet redde hij zijn makkers, hoewel hij het verlangde: want door hun eigen stommiteiten kwamen ze om, de dwazen, die opaten de runderen van Helios Hyperion; maar die ontnam hun de dag van de terugkeer.”

In de Odyssee worden de heldendaden beschreven van de eerste man op aarde, de Griekse Odysseus, die zich bewustwerd van zichzelf en zijn hersens ging gebruiken. Mijn man en ik hebben allebei gymnasium gedaan en de Odyssee zelf vertalen en begrijpen was daar een onderdeel van. Hij is, onder invloed van zijn puberteit, wat blijven hangen in vereenzelviging met deze losgeslagen man. Odysseus was koning van Ithaka, maar hij liet zijn eega, Penelope, mooi achter om, zoals de Muze uitgebreid bezongen (het epos is niet kort!), lekker rond te zwerven, heilige huisjes te verwoesten, veel leed te doorstaan en te vechten voor zijn en andermans leven.

Toen mijn Odysseus en ik trouwden kreeg ik van hem de status van Penelope en zijn mannelijke bewustwording heb ik daardoor op de voet mogen volgen. De enige rol die Penelope in het epos kreeg was de vrijers van zich afslaan, het koninkrijk regeren in afwachting van de terugkeer van de big boss. Nogal vermoeiend voor haar en op het eind valt alle eer natuurlijk te beurt aan de Held.

Bewustworden is niet zo iets banaals als ‘koning, keizer, admiraal, poepen kunnen ze allemaal’. Althans niet voor een man. Een vrouw was 3000 jaar geleden kennelijk (het verhaal vast goed begrijpende) al wijzer. Gewapend met zijn wapenuitrusting, in het geval van mijn man is het nette kleren, een schoon lijf, de kluis en deursleutels, en een met opdrachten gevulde zaak, ‘zwerft’ mijn ‘vindingrijke’ man rond in zijn eigen hoofd en komt hij ’s avonds vermoeid en uitgeput wél thuis, want hij is niet zo ‘stom’ als zijn ‘makkers, die dwazen’ die maar consumeerden hele ‘runderen’ en nog wel van dé Helios Hyperion, wie die man ook geweest mocht zijn.

Ik begrijp niet meer waarom wij vrouwen ons nog zo laten domineren door al die egootjes? Én maar die vrijers afhouden (ja, want als de kat van huis is dansen alle sneaky cats op tafel), én maar huis en haard in standhouden totdat die zaaddonor van plan is om thuis te eten.

Ooit droomde ik serieus om een epos te schrijven over de bewustwordingsweg van een vrouw. Zoals de Odyssee, In de ban van de ring of Henriëtte Potter. Maar die zal ik nooit kúnnen schrijven, want daar zijn wij vrouwen te nuchter en aards voor. Welke vrouw krijgt nu inspiratie van de heldendaden van Jeanne d’Arc? Je zal wel gek wezen om jezelf bloot te stellen aan verbranding (alhoewel je het vele vrouwen ziet bezigen hier in de zomer langs het strand).

Opbranden, ja, dáár moet je als vrouw wel voor oppassen. Dus een beetje misbuik maken van ’s mans heldendom is ’s vrouwenswijs: “Wat ben jij sterk dat je de vuilnisbakken hebt buitengezet! Wat ben jij dapper dat je spinnen buiten de deur durft te zetten! Wat ben jij vindingrijk dat je de wasmachine weer werkend heb gekregen! Wat kan jij veel boodschappen tegelijkertijd dragen! Wat kan jij veel geld verdienen!” Ach, de voorbeelden liggen rijkelijk voor het oprapen als je als vrouw je Penelope-bewustzijn geniet. Niet emanciperen maar profiteren van de rijkdom van de mannelijke natuur.

Eigenlijk heb ik geen gelijk en kan je wél een vrouwen epos schrijven. Dat deed Jean Auel met haar aardkinderen serie. De heldin van het hele mensenverhaal zit verscholen in de eerste vrouw. Niet boeiend, maar wel heel ‘Odyssees wetenschappelijk’ interessant. De eerste vrouw zorgde voor het in standhouden, voeden en scheppen van leven. De man voor recycling.

Hoe ik nu op al deze gedachten kom? Mijn man is altijd graag met andere dingen bezig onder het eten. Lezen, computeren, tv kijken, alles behalve hap-kauw-slik-praten-hap etcetera (zoals bij vrouwen). Vanochtend ontbeet hij met Jan de Hoop, de nieuwslezer van RTL 4, en een echte man van het homo(2x) sapiens ras. Jan wenste vanochtend de kijker geen ‘mooie dag’ toe, zoals gewoonlijk, maar hij vertrouwde toe dat het vandaag ‘een mooie dag’ gaat worden! De reactie leek wel thuiskomen voor mijn Odysseus na jarenlang geleden te hebben. “Yes, yes, yes! Het wordt vandaag een mooie dag! Annemiek, het wordt vandaag een mooie dag!”, dit huppelend en springende door de kamer er uitgooiend. En ik denk bij mezelf ‘is het niet elke dag mooi?’. Weer zó vrouwelijk banaal en saai hè. Weer zo prehistorisch man-ontnuchterend.